Ik ben momenteel op weg met Sint Augustinus. Deze bisschop van Hippo en heilig verklaarde kerkvader schreef enkele zeer interessante boeken, o.a. deze “Confessions” (oftewel “Belijdenissen”). Het is een autobiografie waarin hij zijn hele leven beschrijft en dus ook het moment dat hem tot bij de Vader brengt. Een boeiende vertelling over iemand die – net als ik – een hele weg aflegde over het zoeken naar zekerheden en verklaringen voor het leven rondom ons, en die dan uiteindelijk vindt bij God.
Deze literatuuropdracht maakt deel uit van mijn opleiding aan het HIGW. Tijdens de module Spiritualiteit kwamen we in contact met verschillende wegen die naar God leiden. Mensen uit de geschiedenis die vanuit hun ervaring of overtuiging een spirituele weg aflegden en deze delen met anderen. Geen ervan is beter dan de andere, ze leggen enkel hun eigen klemtonen. Ieders eigen “smaak” zou je kunnen zeggen. Uiteindelijk werden we dan ook uitgedaagd om zo’n concrete spiritualiteit te exploreren. Voor mij was de keuze snel gemaakt, vermits bovenstaand boek al op mijn “te lezen” stapeltje lag. Als een van de eerste schreef Augustinus zijn regel voor het monastieke leven. Hij legde de nadruk op kuisheid, armoede, gehoorzaamheid, gebed, vasten, werken naar kunnen, zorg voor de zieken, etc. Stuk voor stuk eigenschappen die niet langer vanzelfsprekend zijn. Je mag ze zelfs moeilijk noemen voor de 21e eeuwse mens. En toch nog steeds relevant en op z’n minst bewonderenswaardig.
Ik bewonder Augustinus om zijn blijven zoeken naar de waarheid. Hij doorloopt verschillende fasen in zijn leven die hem uiteindelijk bij het christendom brengen, maar zijn weg is er eentje van retorica, filosofie, astrologie en dat gecombineerd met een wel erg flamboyant leven. Iets waar hij zich overigens erg voor schaamt t.o.v. God. Het bemoedigende aan zijn levensverhaal is zijn menselijkheid. We kijken soms naar de kerkvaders alsof het de groten onder de mensen zijn, maar uiteindelijk is hij een gewone man zoals je en ik. Iemand die struikelt in het leven, maar ook weer opstaat en doorgaat. Hij zoekt en vindt, hij gaat zijn boekje te buiten en vraagt om vergeving, en uiteindelijk leidt dat alles hem tot bisschop van Hippo en liggen zijn geschriften aan de basis van de westerse monastiek. Ik merk dat er enorme schatten aan wijsheden te vinden zijn in de geschriften van de oude kerkvaders. Het zijn geen achterhaalde bedenkingen uit een lang vervlogen tijd, maar net enorm leerrijk. Het christendom stond nog in zijn kinderschoenen, het is de tijd van de eerste officiële concilies, de kerk zoals we haar nu kennen werd nog volop vormgegeven. Tegelijk waren haar eerste leiders ook nog erg betrokken bij de originele leer van de apostelen. Een directe lijn als het ware met het leven van Christus. Hoe gingen zij om met de dingen des levens? Wat waren hun overtuigingen die hebben geleid tot de kerk die we vandaag kennen? Uitermate boeiend!
